Archive for Babycommunicatie

POSITIEF OORDEEL OVER KWALITEIT NEDERLANDSE KINDEROPVANG

GEPUBLICEERD OP | 25-02-2019 | RIJKSOVERHEID

Veilige en kwalitatief goede kinderopvang is maatschappelijk van groot belang. Het stelt ouders in staat om arbeid en zorg te combineren en draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen. Uit de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) blijkt dat de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang voldoende tot goed is. Ook in internationaal perspectief presteert de kinderopvang naar behoren. Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de monitor vandaag aan de Tweede Kamer aangeboden.

De jaarlijkse LKK-monitor, die voor de tweede keer is samengesteld, laat zien dat de Nederlandse kinderopvang een stevige basis heeft en dat kinderen in goede handen zijn bij professionals die in de kinderopvang werken. Net als in de eerste meting laten de resultaten zien dat de gemiddelde emotionele kwaliteit (o.a. de sfeer op de groep, sensitiviteit van medewerkers en begeleiding van het gedrag van kinderen) voldoende tot goed is. Medewerkers zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat. Dat houdt in dat kinderen lief zijn voor elkaar en dat oudere kinderen jongere kinderen helpen. De gemiddelde educatieve kwaliteit (o.a. het ondersteunen van taalontwikkeling en de kennis van de wereld) is lager. De werkbeleving van medewerkers, gastouders en leidinggevenden is overwegend positief. Wel is het aanbod van professionaliseringsactiviteiten, zoals cursussen en coaching, voor verbetering vatbaar.
Volgens de onderzoekers zijn de verhouding kind-professional, de groepssamenstelling, professionalisering, een inclusief klimaat en HBO-opgeleiden in het team de belangrijkste voorspellers van de kwaliteit van de opvang. Ook geldt dat horizontale groepen, waar kinderen bij leeftijdsgenoten zitten, voor baby’s en peuters gemiddeld beter scoren dan verticale groepen met kinderen van verschillende leeftijden.

Staatssecretaris Tamara van Ark
“Ik ben blij dat de resultaten wederom een positief beeld geven van de kwaliteit van de kinderopvang. Ik vind dit een groot compliment aan alle medewerkers die zich dagelijks inzetten voor de kwaliteit ervan. Tegelijkertijd levert dit onderzoek waardevolle informatie op die de sector kan helpen bij het verder gericht verbeteren van de kinderopvang.”

In de monitor zijn vergelijkingen opgenomen met onder meer Duitsland, Zwitserland, Portugal, de Verenigde Staten en België (Vlaanderen). De kinderopvang in Nederland scoort beter dan deze landen op zowel emotionele als educatieve kwaliteit. Ons land kan zich daarnaast meten met Finland op emotionele kwaliteit, maar scoort lager op educatieve kwaliteit. In vergelijking met de Deense kinderopvang zijn de rollen omgedraaid: Nederland kent een wat lagere emotionele kwaliteit, maar presteert aanmerkelijk beter op het educatieve aspect.
De Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang beoordeelt op basis van steekproeven de kwaliteit van kinderdagopvang, de peuteropvang, de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang. In totaal gaan 323.000 kinderen naar de kinderdagopvang of peuteropvang, 368.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang en 114.000 kinderen gaan naar de opvang door gastouders.

Theory of mind

Naast de gastouderopvang volg ik bij Con Amore de HBO opleiding Psychosociale Basiskennis voor mijn werk als Luisterkindwerker. En omdat leren leuk is natuurlijk.

Een les ging over ontwikkelingspsychologie. Daar leerde ik waarom kinderen tot ongeveer 4 jaar zo grappig verstoppertje spelen. Er is ook een mooi woord voor: “Theory of Mind”: om anderen te begrijpen moet je kunnen bedenken wat zij denken. Dit lukt kinderen pas tegen de tijd dat ze vier jaar oud zijn. Tot die tijd bestaat hun wereld uit wat zij denken en weten. Daar handelen ze ook naar. Zich verplaatsen in de gedachten van een ander is nog niet ontwikkeld.

VERSTOPPERTJE

En dat maakt het zo grappig om te zien hoe kleine kinderen verstoppertje spelen. De meeste driejarigen kunnen dit niet. Nou ja, niet zoals wij vinden dat verstoppertje spelen moet gaan. Maar zij kunnen dit wel, maar dan op heel veel andere manieren.

EN HOE DAN WEL?

St (3jr, 6mnd) loopt in de tuin en roept naar mij: “Je moet gaan tellen”. Ach, aangezien ik naast liedjes zingen wel eens wat anders wil begin ik te tellen. In die tijd loopt hij naar de box. Die ken je wel: zo’n vierkante meter privacy voor kleine kindjes met spijlen waar ze mooi door kunnen kijken. Ik tel van 1 tot 10. Bij 10 begint St hard te lachen. Hij heeft zich erg goed verstopt!

“Nog een keer”, roept hij. Ik tel. Hij staat op en loopt naar de tuinstoel op het terras. Hij gaat op zijn hurken naast de stoel zitten. Ik kan hem helemaal zien. Hoezo verstop, denk ik stiekem. Hij vindt dat hij wel verstopt is en giebelt ervan, zo’n plezier heeft hij. Bij 10 begint hij weer hard te lachen en komt hij tevoorschijn.

BOOM

Een ander voorbeeldje is al van geruime tijd geleden, maar dat was ook wel erg komisch.

Drie nog geen, maar wel bijna vierjarigen gingen verstoppertje spelen. Ik moest tellen. Er werd nog wat gebakkeleid over wie zich als eerste mocht verstoppen, maar daar waren ze snel uit: om de beurt. En de verstopplek was…… achter de stam van de perenboom op het gazon.
En die is heeeel dik, wel 10 cm breed!
Dan kun je een kindje dus hélemaal zien.
Maar zij denken dat ze weg zijn, want hun oogjes zien mij niet!

EN BABIES?

L (1jr en 6 weken) houdt ook van verstoppertje spelen. Hij staat buiten in het campingbedje en kan met zijn hoofd precies over de rand komen. Hij kijkt mij guitig aan en begint te lachen. Dan draait hij zijn hoofd opzij op zijn schoudertje, precies achter de dichte strook stof van het campingbedje. Ik lach, want ik weet al wat er van mij wordt verwacht. Ja hoor, daar komt zijn bolletje weer boven de rand uit. “Kiekeboe” roep ik.  L lacht en weer verdwijnt het hoofd. Dit gaat een paar keer zo tot hij zijn hoofdje net iets te laag houdt en hij onder de rand door kijkt. Wat een lol! Nu werd het afgewisseld, onder de rand, kiekeboe, boven de rand, kiekeboe. Eindeloos plezier!

Volwassen taalgebruik hanteren in gesprek met baby

Onderstaand artikel is overgenomen van de volgende website:
http://www.kinderopvangtotaal.nl/Kinderdagverblijven/Actueel/2014/2/Weg-met-het-gebrabbel-tegen-babys-1464326W/

Weg met het gebrabbel tegen baby’s
Volwassenen zijn vaak geneigd om simpele taal te gebruiken tegen kinderen. tegen baby’s worden vaak alleen maar klanken uitgesproken. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat kinderen meer baat hebben bij volwassen taalgebruik. Daar steken ze, hoe jong ze ook zijn, veel van op.
Het onderzoek werd uitgevoerd door de universiteit van Stanford. Ouders die in volwaardige zinnen tegen hun kind praten en lange zinnen gebruiken, stimuleren de taalontwikkeling van hun kind.
Taalgevoelig
Onderzoekers ontdekten dat, kinderen op veel jongere leeftijd dan werd gedacht gevoelig zijn voor het taalgebruik van volwassenen om hen heen. Dit stimuleert de hersenen en dat leidt weer tot een betere taalontwikkeling. ‘Je ontwikkelt intelligentie door middel van taal’ zegt onderzoekster Anne Ferald. Zij is hoogleraar psychologie. De conclusie uit het onderzoek is letterlijk ‘weg met het babygebrabbel en de korte zinnetjes’.
Grote verschillen
De verschillen per kind zijn immens, zo wees het onderzoek uit. Het ene kind kreeg wel 12.000 woorden per dag te horen, het andere slechts 670. Degenen waar het meest tegen gesproken werd, leerden de taal sneller en hadden een veel grotere woordenschat.
door Marianne Velsink 14 feb 2014

Begrijpen door doen

Hij is 4 maanden en ligt in z’n bedje te slapen. Langzaam wordt hij wakker en laat van zich horen door een beetje gehuil. Ik ga ernaar toe en er komt meteen een brede grijns op zijn gezicht. Ik klets een eindje weg en op een gegeven moment vraag ik hem of hij zich nog moet uitrekken. Ik neem zijn rechterhandje in mijn hand en houdt het boven zijn hoofd terwijl ik dit vraag. Hij strekt direct zijn arm! Dan kijkt hij me weer aan en lacht. Natuurlijk vraag ik dan of zijn andere arm ook moet worden uitgestrekt. Ik kijk hem alleen maar aan en hij strekt zijn linkerarm en rekt deze zover hij kan naar boven. Ik moet hier natuurlijk om lachen. Een baby van 4 maanden die zich tot tweemaal toe uitstrekt omdat ik er een opmerking over maak. Heel lief lacht hij terug. Daarna zeg ik hem dat we maar naar beneden gaan, want hij is wakker genoeg en dit uurtje slaap was wel voldoende om weer energie te hebben voor een tijdje. Ik pak zijn knuffel en haal een pootje van het konijn door de ring van het speentje zodat het eraan vast zit. Ik kijk hem aan, leg de knuffel op zijn buik en vraag hem of hij de knuffel mee naar beneden wil nemen. Hij kijkt mij aan, gaat met zijn handje naar zijn buik en pakt de knuffel.

Hoezo begrijpt een baby nog niets?

Tot drie keer over reageert hij met handelen op iets wat ik zeg. Dit kan geen toeval zijn. Voor mij een bewijs dat baby’s heel veel begrijpen, alleen de mogelijkheid tot spreken nog niet hebben ontwikkeld.

Brabbelgesprek

Het gastkindje is vandaag, 19 juli, precies 4 maanden oud. Hij ligt tevreden te kijken naar mij en maakt wat geluidjes. Ik kijk hem aan en zeg iets terug: “mmmm”. Hij lacht vriendelijk naar me en laat zo weten dat hij wel in is voor een praatje. Ik herhaal het een paar keer. Hij lacht telkens als hij het geluid hoort maar kan dit zelf niet nadoen. Hij kijkt aandachtig naar mijn mond als ik “mmmm”zeg en beweegt zelf zijn hele mond op allerlei komische manieren om de lippen op elkaar te krijgen. Het lukt hem (nog) niet, maar de waardering voor mijn geluid is groot: hele lieve lachjes na elke keer als ik het zeg. Hij blijft terugkijken en laat nu een duidelijke “rrrrr” horen. Ik reageer op wat hij zegt door ook “rrrrr” te zeggen en blijf hem intussen aankijken. Hij lacht zijn allerliefste glimlach en laat zo weten dat hij dit spelletje wel kan waarderen. Hij maakt nog een keer het “rrrrr” -geluid waarop ik reageer met hetzelfde te zeggen. Hij lacht weer breeduit. Dit herhaalt zich een aantal keren en we hebben hier beiden veel plezier om. Opeens verandert de “rrrrr”tot “rrrrgggg”. Natuurlijk kan ik niet achterblijven en doe hem na. Verwondert luistert hij hiernaar. En dan ineens weer die hele brede glimlach die laat zien dat hij het met me eens is en dat we een aller-gezelligst gesprekje hebben. Met een beetje fantasie lijkt het of hij “regen” uitspreekt. Daar hoeven we vandaag niet bang voor te zijn, de zon schijnt, er hangt wat sluierbewolking en de temperatuur is gestegen tot 28 graden. Tijd om de koelte binnen op te zoeken.

Zie ook: Stimuleren van de taalontwikkeling

Ontdekkingstocht

Het was vandaag een prachtige dag. De zon scheen en het was warm met een verkoelend briesje. Echt zo’n dag waarop je lekker naar buiten gaat met je gastkindje. Langs het Spoorlint liepen we richting dorp. Ons 4 maanden oude gastkindje lag heerlijk op z’n rug en keek zijn aandachtig omhoog. Hij brabbelde wat maar hield zijn blik consequent naar boven gericht. Hij bewonderde de takken met bladeren van de mooie eikenbomen waar we onderdoor liepen. Zachtjes bewogen de bladeren in de lichte wind. Tot we aan het eind van het Spoorlint kwamen en we de straat moesten oversteken. Dit vond hij niets. Hier was geen tak, blad of boom te zien. Hij zette een keel op. Duidelijk liet hij blijken dat die blauwe lucht maar een saaie vertoning was en hij de bioscoop met al die bewegende beelden veel interessanter vond. Gelukkig kwamen er al snel weer struiken en daarna bomen waar we verder onderdoor liepen en hij weer tevreden met aandachtige blik naar dit prachtige spektakel lag te kijken.

 

Het boeiende van zo’n klein wandelingetje is dat je een baby op veel manieren stimuleert. Door de kap naar beneden te laten kan hij de wereld om zich heen gaan onderzoeken, hij wordt nieuwsgierig naar wat hij ziet.

Hij communiceert door duidelijk te laten horen dat hij de blauwe hemel saai vindt en is weer stil of brabbelt als takken en bladeren weer in zijn gezichtsveld komen. Aan de mimiek van het gezichtje kun je zijn interesse zien in de omgeving, de verbazing en de ontevredenheid waarnemen.

Zijn verstandelijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door te benoemen wat hij ziet, af en toe stil te staan en aan te wijzen waar je over praat. Door aan de tak te trekken kan hij zien dat je ook zelf de beweging in gang kunt zetten, door er tegen te blazen gaan ook de blaadjes bewegen.

En zo kan een heel gewone wandeling met het gastkindje een grote ontdekkingstocht zijn.