Het was vandaag een prachtige dag. De zon scheen en het was warm met een verkoelend briesje. Echt zo’n dag waarop je lekker naar buiten gaat met je gastkindje. Langs het Spoorlint liepen we richting dorp. Ons 4 maanden oude gastkindje lag heerlijk op z’n rug en keek zijn aandachtig omhoog. Hij brabbelde wat maar hield zijn blik consequent naar boven gericht. Hij bewonderde de takken met bladeren van de mooie eikenbomen waar we onderdoor liepen. Zachtjes bewogen de bladeren in de lichte wind. Tot we aan het eind van het Spoorlint kwamen en we de straat moesten oversteken. Dit vond hij niets. Hier was geen tak, blad of boom te zien. Hij zette een keel op. Duidelijk liet hij blijken dat die blauwe lucht maar een saaie vertoning was en hij de bioscoop met al die bewegende beelden veel interessanter vond. Gelukkig kwamen er al snel weer struiken en daarna bomen waar we verder onderdoor liepen en hij weer tevreden met aandachtige blik naar dit prachtige spektakel lag te kijken.
Het boeiende van zo’n klein wandelingetje is dat je een baby op veel manieren stimuleert. Door de kap naar beneden te laten kan hij de wereld om zich heen gaan onderzoeken, hij wordt nieuwsgierig naar wat hij ziet.
Hij communiceert door duidelijk te laten horen dat hij de blauwe hemel saai vindt en is weer stil of brabbelt als takken en bladeren weer in zijn gezichtsveld komen. Aan de mimiek van het gezichtje kun je zijn interesse zien in de omgeving, de verbazing en de ontevredenheid waarnemen.
Zijn verstandelijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door te benoemen wat hij ziet, af en toe stil te staan en aan te wijzen waar je over praat. Door aan de tak te trekken kan hij zien dat je ook zelf de beweging in gang kunt zetten, door er tegen te blazen gaan ook de blaadjes bewegen.
En zo kan een heel gewone wandeling met het gastkindje een grote ontdekkingstocht zijn.